(Ont)stressen in een straatkunstparadijs

Een stad waar je om elke hoek een ontdekking doet. Dat is Valparaíso. Met street art in elk klein, steil steegje en twee blije ontdekkingsreizigers in een tiny house.

(Ont)stressen in een straatkunstparadijs

Valparaíso was voor ons de plek om even ‘op ons effen’ te komen. Voor vertrek liepen we zo stressy dat we niet eens konden nadenken over waar we nu juist allemaal heen zouden gaan, de plekken die we zouden ontdekken tijdens dit avontuur. De weken die aan ons vertrek voorafgingen, waren slopend geweest – daarover schreef ik eerder, twee dagen voor we het vliegtuig namen, een blog waarvan ik nog niet honderd procent zeker weet of ik ze hier wil delen.

Enter Valpo, zoals Valparaíso ook wel genoemd wordt.

Zo’n anderhalf uur voor we naar de luchthaven vertrokken, beslisten we een week te boeken in een ‘cosy loft’ in deze havenstad. Uiteindelijk bleek het eerder een tiny house dan een dakappartement waar zelfs Erik Van Looy jaloers op zou zijn. Des te beter: we waren helemaal gek op de accommodatie en hoe efficiënt alles ingericht was, met mooie tegeltjes en een wel erg aandachtszoekende kat. Met Njampie op schoot (of soms op mijn rug, de sloeber) zouden we onze reisgidsen op het gemak openslaan en bekijken wat Chili nog allemaal in petto heeft.

Een week Valpo was dus grotendeels een planweek. Menig moment zaten we in ons huisje te tokkelen op onze laptop, al speurend naar de beste hosteldeal (en treurend als die nét weg was, dommeriken die we soms zijn). Zowel de e-reader als de twee fysieke reisgidsen (een oude van Chili om binnenkort weg te geven, een volledige Zuid-Amerikagids die we de hele reis lang zullen bijhouden) moesten eraan geloven.

Lang konden we echter niet blijven stilzitten. In Valparaíso is zoveel te ontdekken.

Een paradijs op zich zouden we het misschien niet noemen: daarvoor lopen er iets te veel straathonden rond die iets te vaak of te graag hun gevoeg doen op de trappen. Maar de vele muurschilderingen (murales) maken deze stad wel tot een waar straatkunstparadijs. Om elke hoek konden we een nieuw kunstwerk aanschouwen.

Als we tenminste de fut hadden om de volgende hoek te bereiken. Want kleine kantlijn bij deze mooie beelden: om alle pracht en praal te zien, moeten je kuiten mee. De Chileense kust is grillig en Valparaíso is er een perfect voorbeeld van. In het platte deel van de stad is weinig te beleven (nuja, behalve protesten misschien). Op de heuvels des te meer.

Zelf verbleven we op Cerro Cordillera, wat meer naar het westen. Ons stulpje bereikten we via een imposante trap, versierd met dezelfde tegeltjes als onze keuken en badkamer. En murales, dat spreekt voor zich.

Wie de trappen wil vermijden, kan ook een historische lift nemen. Dat is een van de toeristische attracties zelfs. Uiteindelijk hebben we er slechts twee genomen. Niet omdat ze oud (dat waren ze wel) en dus misschien onveilig (dat waren ze niet) zouden zijn. Wel om onze kuiten te smeren voor we later trektochten ondernemen in het zuiden van Chili.

Op de Cerro Bellavista (letterlijk: mooi uitzicht) hadden we een mooi uitzicht op het Museo a Cielo Abierto, een openluchtmuseum vol (je raadt het nooit) street art. Oudere kunst deze keer: het openluchtspektakel bestaat al van 1992.

Andere mooie heuvels waren de Cerro Alegre en Cerro Concepción. Hoewel we een keukentje hadden, uitgerust met vijf verschillende kruiden (luxe als backpacker), konden we het niet laten om bijna elke avond toch uit eten te gaan. Er waren zoveel fijne adresjes! Die gingen we zoeken op naburige heuvels. Een veganistische burger? En twee dagen later nog een? Si porfa. De calorieën verbrandden we toch op de terugweg naar ons kleine huisje.

Dwalen door de straten. Dat was, naast plannen, onze voornaamste bezigheid in Valpo. Dat, en een paar eerste halve werkdagen voor Frederik (en kwart werkdagen voor mij).

Het is een nieuw ritme, een ritme waar we nog wat gewend aan moeten worden. Af en toe kunnen werken is fijn; het breekt onze reis, geeft ons ademruimte en de mogelijkheid om dingen te blijven opvolgen. Maar we moeten er zin in hebben, natuurlijk. Ervoor kiezen om te werken, of net niet.

Dat is voor mij de grootste aanpassing. Mogen vakantie nemen. Mogen trager leven, mijn ritme vinden, beseffen dat mijn ritme niet hetzelfde hoeft te zijn als dat van Frederik.

Mijn werkritme lag de afgelopen jaren hoog, misschien te hoog. Na vijf jaar in de journalistiek (freelance, in dienst of bijna altijd een stressy combinatie van de twee) komt dit 'pauzejaar' geen moment te vroeg. Maar hoe druk ik die pauzeknop juist in als mijn brein blijft tobben, opportuniteiten wil zoeken, maar tegelijk snakt naar energie voor eventuele nieuwe projecten goed en wel begonnen zijn?

Ik ga er vooral op moeten letten dat ik niet in een soort limbo terechtkom waarin ik eindelijk eens niet werk maar tegelijkertijd wel continu denk dat ik misschien zou moeten werken.

(Zoals nu, op dit eigenste moment, terwijl ik dit zit neer te schrijven.)

Een oplossing daarvoor zit in onze planning, die we tijdens een week Valparaíso zo uitvoerig bekeken en besproken hebben. We nemen een dikke maand de tijd om het zuiden van Chili te bereiken. Daarna reizen we langs Argentijns Patagonië uiteindelijk naar Buenos Aires, waar we eens wat langer (twee weken? een maand?) zullen blijven, om even in een normaal werkritme te komen. Daar wil ik minder aan kleinere projecten werken, maar iets groters proberen te doen. Eens meer tijd nemen voor mijn werk en opnieuw ontdekken waarom ik het zo graag doe.

Laat dat net de bedoeling zijn van dit jaar. Meer tijd. Tijd om trager te reizen, om plekken te zien die je op een reis van drie weken zomaar zou overslaan, om halt te kunnen houden op plaatsen waar je anders nog geen dagtrip van zou maken. Tijd om trager te werken, om tussen het werken door de batterijen op te laden en die, voor de verandering, een jaar lang zoveel mogelijk fully charged te laten.

Stiekem wou ik tijdens een week Valparaíso al meteen te weten komen wat ik nu juist tijdens dit jaar wou doen. Ik weet het nog niet, of toch nog niet volledig. En dat is oké. Op het einde van ons verblijf in Valpo waren we amper anderhalve week weg. Traag beslissen mag. Of misschien moeten we gewoon, voor een keer, de dingen op ons af laten komen. Gewoon, omdat het mag, omdat er tijd voor is. Ervoor kiezen om die tijd te nemen, of niet.

Die keuze is snel gemaakt.