Pilipiliprotesten

Famous last words. Weet je nog dat we zeiden dat we eigenlijk niet zoveel last hadden van de sociale onrust in Chili? Wel. Het is te zeggen.

Pilipiliprotesten

(Nee, mama, er is niks gebeurd met ons. Ja, papa, we gebruiken steeds ons gezond verstand.)

Niet mis te verstane graffiti op de heuvels van Valparaíso, onze huidige standplaats.

Maar wat er wel gebeurd is: ons volgende hostel in Santiago (dat er heel erg mooi en kunstig uitzag, ween ween) (en waar we voor alle duidelijkheid nog niet aangekomen waren) heeft de protesten niet zo goed, euh, overleefd.

Gisteren, op zaterdag 18 januari, was het exact drie maanden geleden dat de protesten in Santiago begonnen waren. De oorzaak is bekend (maar lees er gerust dit steengoed dossier op na via MO*). De gevolgen blijven aanhouden en lieten zich duidelijk voelen op de 'verjaardag'. Ruiken, zelfs. Maar daarover later meer.

De ruiten van Casa Floresta, het hostel in Santiago waar we planden heen te gaan voor een kort verblijf van twee nachten, zijn ingeslagen. Geheel van slag liet de eigenaar deze ochtend weten dat hij geen gasten kan ontvangen de komende dagen.

In Valparaíso, waar we momenteel verblijven, zijn er gisteravond ook protesten uitgebroken. Dat werden we gewaar tijdens een wandeling op een van de heuvels, op zoek naar een fijn restaurant. Plots merkten we een onaangename, penetrante geur. Alsof er een pepervat in onze neus gekropen was en er niet gewoon witte of zwarte peper, maar het pikante merkén (een soort van Chileense harissa) aan het strooien was.

Zo ruikt traangas dus, in combinatie met pepperspray, de favoriete tegenwapens van de Chileense politie. Als een pikant kruid waarvan je wel een beetje op je frieten wil doen (megalekker is dat), maar moet opletten dat je er niet zoveel van binnenkrijgt dat je tong (of in dit geval: je neus) in vuur en vlam staat.

De vurige (of op zijn minst rokerige) confrontatie zelf hebben we niet gezien. Die ging door in het platte, oostelijke deel van de stad, best ver van de heuvel waar we uiteindelijk tapas gingen eten (en nog veel verder van de heuvel met onze AirBnb). Toch bleef ik de harissakruiden voelen. Fred zei na een tijdje dat het gewoon tussen mijn oren zat, maar ook op die plek is al die pilipili niet bepaald aangenaam.

Eind goed, al goed. Niet voor de eigenaar van het hostel in Santiago, helaas - die gaat geen fijne dagen tegemoet. Wel voor ons, gedreven plannensmeders die we na een week Chili genoemd mogen worden.

Uiteindelijk hebben we besloten onze tweede tour door Santiago toch over te slaan. We hebben al twee Neruda-huizen bezocht (daarover volgt later een blog), een derde is misschien een béétje te veel van het goede. En dat zwembad. Tja. Dat zwembad.

(Dat zwembad dus.)

In de plaats blijven we nog een dag langer in het fijne Valparaíso (ook daarover volgt later een blog) en gaan we een dag vroeger naar onze volgende bestemming: Curicó, een stadje tussen de wijnranken.

En guess what. Doordat we de eigenaars van de AirBnb's die we in beide steden geboekt hebben gewoon persoonlijk gevraagd hebben naar die extra nachten, kunnen we er spotgoedkoop verblijven. Voor een volledig huisje (in Valpo) of appartement (in Curicó, zonder verkleinwoord, ik denk dat het echt een groot appartement zal zijn) slechts 23,5 euro betalen in plaats van de volle pot. Moet kunnen.

Ironisch eigenlijk. Door zoveel protest tegen ongelijkheid is ons verblijf in Chili net dat tikkeltje goedkoper geworden.